Wat voor soort minister-president heeft Nederland nodig na dertien jaar Mark Rutte? De nieuwe premier mag niet helemaal op Rutte lijken, maar toch ook wel weer een beetje. Jan Hoedeman dacht hier alvast over na in het Algemeen Dagblad. Een paar noties.
Peinzend over een functieprofiel voor de nieuwe premier zegt hoogleraar parlementaire geschiedenis Bert van den Braak: ‘Het moet wel een premier zijn die boven de partijen staat. Geen partijman. De premier mag wel een visie hebben, maar die moet hem niet hinderen in het oplossen van problemen. We willen toch altijd een pragmatist. In die zin zal de opvolger iemand zijn die de continuïteit waarborgt.’’
Een ándere
De grootste behoefte van de Nederlandse kiezer is een ándere minister-president te krijgen na dertien jaar Mark Rutte. Daar wordt aan voldaan, nu Rutte heeft aangekondigd te stoppen. Maar daar houdt ook wel de overeenstemming op. (…)
Rutte heeft een aantal eigenschappen die zijn opvolger ook mag hebben. Alle ballen lang in de lucht weten te houden, de moed erin houden bij moeilijke dossiers, werk maken van de teamgeest, geen selfie schuwen en internationaal zeer gezien zijn aan de vergadertafels en Europese toppen?
Vrouwelijke premier
Nederland lijkt ook behoefte te hebben aan een vrouwelijke minister-president. Waar veel landen in de wereld dit al lang eens of meermalen hebben meegemaakt, is dat in Nederland nog steeds niet gebeurd.
Premier met visie
Voor een visie moest je naar de oogarts, schimpscheutte Rutte over zijn vermeende gebrek aan een perspectief voor Nederland. Maar het is zeker waar dat Rutte meer floreerde bij het oplossen van crises dan bij het houden van een lezing of algemene politieke beschouwingen waarbij hij zijn publiek bij de hand nam om het de toekomst in te gidsen.
Internationale premier
De nieuwe minister-president moet ook niet iemand zijn die op het internationale toneel een beetje voor gek wordt gezet door een andere premier. Dat overkwam Balkenende, wiens gekreukte confectiecolbert in 2003 in het Griekse Porto Carras werd rechtgetrokken door de Italiaanse premier Berlusconi, terwijl andere premiers lachend toekeken.