ZEMBLA heeft de verblijfplaats ontdekt van de Salvadoraanse kolonel die in 1982 de moord op vier Nederlandse IKON-journalisten beraamde.
Lees hier hoe Zembla naar eigen zeggen de opdrachtgever van de moord in 1982 heeft gevonden.
Zo reageerden mijn collega’s van het vakblad De Journalist, tegenwoordig Villamedia, destijds:
Journalisten zijn niet gewapend. Zij hebben alleen maar pen, microfoon en camera. Om anderen daarmee te kunnen informeren. Soms over een strijd waaraan zij zelf best wel mee zouden willen doen. Maar wat zij nalaten, omdat anders het informeren in de knel zou komen.
Wie op ongewapende journalisten schiet pleegt moord. (…) Veertigduizend mensen waren al slachtoffer van deze terreur. Daarbij moeten wij ook ook vier van onze collega’s tellen, die niet nalieten de wandaden van het regime aan de kaak te stellen.
Koos Koster, Jan Kuiper, Joop Willemsen en Hans ter Laag zullen een ereplaats krijgen in de geschiedenis van de Nederlandse journalistiek, maar we hadden hen liever levend teruggezien, met hun reportages.
(Redactie De Journalist, Moord in El Salvador, in: De Journalist 1 april 1982).
Zeven jaar later werd een Nederlandse cameraman gedood. Uit de Volkskrant van 20 maart 1989:
Een cameraman van de IKON-televisie is zondagmiddag om het leven gekomen bij een schietpartij in El Salvador. De 30-jarige Cornel Lagrouw maakte deel uit van een IKON-ploeg, die voor het programma Kenmerk een reportage maakte over de presidentsverkiezingen.
Bij het dorp San Franciso de Javier, honderd kilometer ten oosten van San Salvador, raakte de IKON-ploeg betrokken bij een vuurgevecht tussen het leger en guerrillastrijders, die het dorp bezet hielden. De cameraman werd in de borst getroffen en was vrijwel op slag dood.
Verslaggever Cees Elenbaas en geluidstechnicus Annelies Helwegen, die beiden deel uitmaakten van de ploeg, bleven ongedeerd. Het persbureau AP meldt dat Lagrouw volgens een Amerikaanse getuige naast enkele guerrilla-strijders stond toen hij vanuit militaire posities werd doodgeschoten. (…)
Zeven jaar geleden werden vier IKON-journalisten in El Salvador door een legerpatrouille omgebracht. Dat gebeurde op 17 maart 1982 en ook toen ging het om een reportage voor Kenmerk. (…)
De Nederlandse cameraman was slechts één van de 27 doden die gisteren op de verkiezingsdag zelf de dood vonden in El Salvador, zo meldt het Duitse persbureau DPA. Onder de doden waren ook een Salvadoraanse fotograaf en een geluidstechnicus van een tv-ploeg.
‘Een levensgevaarlijk beroep’, schreef NVJ-bestuurslid Rob Bakker die destijds deel uitmaakte van een onderzoekscommissie in weekblad De Tijd van 21 april 1989:
Er is genoeg te onthullen. Corruptie, machtsmisbruik en een burgeroorlog geven binnen- en buitenlandse journalisten voldoende stof. “Maar er zijn onderwerpen waarover je hier gewoon niet moet beginnen”, zegt een belangijke televisiejournalist. “Als ik een onthullend programma maak over de doodseskaders ben ik een dead man. Dan zullen ze me weten te vinden.” (…)
Het leger van El Salvador heeft vergaande maatregelen genomen om herhaling van de ‘incidenten’ van 19 maart te voorkomen. De onderzoekscommissie [waar de Nederlandse journalist Rob Bakker voorzitter van was, ks] kreeg van defensieminister Video Casanova en de opperbevelhebber van het leger Emilio Ponce een door beiden ondertekende legerorder voorgelegd, die onder meer vermeldt dat het leger nooit meer op auto’s van journalisten mag schieten. Het leger mag journalisten niet meer aanhouden. Materiaal van journalisten mag niet meer in beslag worden genomen.
Tenslotte is het leger verplicht eventueel gewonde journalisten te verzorgen, of die verzorging zo snel mogelijk te regelen.
Ik nam hun verhalen mee op pag. 66, 68 en 69 in Testament van de Pers. Omdat wat persvrijheid betekent in en voor ons land zelden zo dichtbij komt.