Nederland telt nu bijna 17,1 miljoen inwoners.
Het kabinet-Den Uyl, we schrijven 1975 en telden toen 13 miljoen mensen, streefde er op papier naar om de bevolkingsgroei in ons land een halt toe te roepen. ‘Alleen met een stabiele bevolking is het mogelijk de beperkte ruimte in ons land behoorlijk in te delen’. Aldus minister Gruijters van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 40 jaar geleden in de Tweede Kamer tijdens een debat over de ruimtelijke ordening in ons land.
Overheidstaak
In 1977 bracht een Staatscommissie Bevolkingsvraagstuk onder voorzitterschap van professor P. Muntendam een eindrapport met concrete adviezen uit. ‘Geen verdere groei meer van het Nederlandse volk, maar ook geen achteruitgang’. De commissie vond het nadrukkelijk een taak van de overheid, zich actief bezig te houden met de vraag hoe groot de bevolking zal zijn.
Daarna werd het stil. Het CBS kwam nog regelmatig met ‘vooruitberekeningen’. Zoals die van 1982 waarin de verwachting werd uitgesproken dat we in de zogeheten ‘hoge’ variant in 2025 maar weinig van de 17 miljoen inwoners af zullen zijn.
Met die variant, die eigenlijk niet realistisch was, zat het CBS er minstens tien jaar naast.
Geen onderwerp
In Testament van de pers breng ik vanuit de krant in kaart hoe er in ons land met het bevolkingsbeleid is omgesprongen. In 1995 maakte ik als dagbladjournalist een rondje langs de Haagse ministeries. De woordvoerder van minister De Boer van Volkshuisvesting: “Wij krijgen cijfers, bijvoorbeeld naar de woningbehoefte, van het CBS. Daar stemmen we het ruimtelijk beleid op af.” Het departement van Volksgezondheid stelde klip en klaar dat er geen coördinerend ministerie is. ”’t Is ook geen item”, zei de woordvoerder van minister Borst.
Officieel was de minister van Onderwijs en Wetenschappen belast met de coördinatie van bevolkingsvraagstukken in ons land. Die liet zich van tijd tot tijd rapporteren door het Werkverband Periodieke Rapportage Bevolkingsvraagstukken onder leiding van het Nederlands Interdisciplinair Instituut (Nidi). Van het officiële standpunt van de Nederlandse regering dat moet worden gestreefd naar een bevolking met een constante omvang van iets beneden de 14 miljoen, is helemaal niets terechtgekomen.
En de politiek? Die loopt er tot dusver omheen. Misschien na 40 jaar toch een onderwerp voor het regeerakkoord en het nieuwe kabinet?
Meer over bevolkingspolitiek in hoofdstuk 5 ‘Het oude Nederland’ vanaf pagina 352.