Na de Nashvilleverklaring: homo’s tussen haakjes

Naar aanleiding van de publicatie van de veelbesproken Nashvilleverklaring wordt komende donderdag een langverwachte studiedag gehouden. Die gaat ineens niet meer over homoseksualiteit en transgenderisme, maar over ‘huwelijk en seksualiteit in 2019’.

De studiedag op 12 september in Putten staat open voor wie zich herkent in de verklaring, maar in de toelichting op het programma is ‘homo’ ineens tussen haakjes gezet. Kortgeleden gaf de werkgroep achter de Nashvilleverklaring ook al aan dat de dag een heel ander karakter zou krijgen ‘als je gaat praten over de vraag of homoseksuele relaties aanvaardbaar zijn. Dat willen we niet. We willen praten over hoe je het standpunt uit de Nashvilleverklaring goed kunt vertolken.’

Het jaar was amper een paar dagen oud toen theologen uit tamelijk bevindelijke kring op basis van hun interpretatie en uitleg van de Schriften een door een aantal broeders ondertekende Verklaring uitbrachten die – hoewel zo niet bedoeld – aankwam als één groot anti-homodocument. Eén van de tot dat moment meest gewaardeerde politici, Kees van der Staaij van de SGP, vergaloppeerde zich enorm door ook zijn naam eraan te verbinden, althans er niet voor weg te lopen toen die eronder stond.

De lijst werd schielijk offline gehaald toen bleek dat er veel meer niet klopte aan de handtekeningen. Dit leidde op social media tot reacties als ‘Vertrouw op God, maar zet wel je fiets op slot’. In tegenstelling tot wat was beloofd is er geen nieuwe lijst ondertekenaars meer gekomen.

Medemensen
De lancering leidde meteen in januari ertoe dat buiten orthodoxe kring een muur van solidariteit en een warme deken om medemensen werd gelegd. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) gaf met honderden predikanten en kerkelijk werkers te kennen dat ze zich sterk maken voor een inclusieve kerk. Het lied ‘Ongestraft mag liefde bloeien’ van Sytze de Vries klonk in kerken door het hele land.

Er kwam een petitie tegen de Nashvilleverklaring en ook nog eentje voor. De eerste trok tienduizenden sympathisanten, de tweede enkele duizenden. Bij tal van monumenten werden manifestaties gehouden. ‘Had ik de liefde niet, ik was niets’, klonk het uit de bijbel bij het Homomonument. De regenboogvlaggen waren niet aan te slepen, de vlaggenfabriek draaide overuren. Zelfs het Nederlands Dagblad sprak van ‘een stuk illegaal geïmporteerd, levensgevaarlijk vuurwerk, ontploft in het gezicht van de distributeurs’.

Eén van de initiatiefnemers, voor een dominee werkelijk extreem gepreoccupeerd door seksualiteit en aan wie dat is voorbehouden, mocht niet preken in een andere gemeente. Hij sloeg hard terug: ‘De kerk die met de tijdgeest trouwt is spoedig weduwe. En bracht een blijmoedige homo zonder praxis op die hem toevertrouwde: ‘Ieder heeft zijn eigen kruis, dominee’.

Achteraf gaf de werkgroep achter de Nashvilleverklaring toe ‘dat de communicatie beter had gekund’.

Geen monopolie
Er werd buiten eigen kerkelijk terrein echter ook theologisch gediscussieerd aan de hand van vragen en stellingen over ‘wat er nu echt in de bijbel staat’. Daarin werd aan de hand van minstens net zoveel teksten onder meer aangedragen dat de theologen van de Nashvilleverklaring niet het monopolie hebben op een waarheidsclaim van het Woord van God.

Er verschenen essays met als conclusie ‘dat we niet zijn geschapen om ons over te geven aan onze angst niet van waarde te zijn’. Zoals we ook ‘niet zijn geschapen om een ander mens te offeren omwille van de status van de kerk’.

Er verschenen columns waarin vragen werden opgeworpen zoals: ‘De derde generatie mensen kan alleen zijn voortgekomen uit seksueel contact tussen Eva en haar zoon, of van haar kinderen met elkaar. Flauw of blasfemisch?’

En er werden meldingen gedaan bij anti-discriminatiebureaus, klachten ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens en veel aangiftes gedaan. Het Openbaar Ministerie zou de verklaring bestuderen op strafbaarheid en een onderzoek instellen vanwege discriminatie. Het wachten is nog steeds op de uitkomst hiervan.

Politiek
De Tweede Kamer hield een debat over het onderwerp. Anders dan hun collega Kees van der Staaij stellen de meeste Kamerleden vast dat de Nashvilleverklaring discriminatoir en homofoob is. En beschamend, kwetsend en verwerpelijk. Van der Staaij gaf in het parlement aan dat het een initiatief van een aantal voorgangers is geweest die ook onderling verschillen over een ‘heel theologisch document’. Hij zag in ‘alle gedoe rond Nashvilleverklaring’ trouwens ook een kans. Namelijk om vele goede gesprekken te voeren.

De Tweede Kamer stemde na het debat in met een verbod op homogenezing. Dat wil zeggen dat zij de regering verzoekt ‘met een wetsvoorstel te komen met als doel een ieder die de seksuele oriëntatie of genderidentiteit van een ander probeert te veranderen, te onderdrukken of uit te wissen, te bestraffen’.

Naar een studiedag
De ondertekenaars van de Nashvilleverklaring hebben aandacht gekregen, maar de zeperd was enorm en compleet. De refo-gezindte treurde. De ondertekenaars likten hun wonden en zouden in reactie op alle commotie in de loop van het jaar maar een studiedag houden.

De ‘eenvoudiger versie’ van de verklaring, die intussen het licht zag, legt het voorrecht van de ‘prachtige gave van seksualiteit’ opnieuw uitsluitend binnen het huwelijk tussen één man en één vrouw. ‘Geslachtskenmerken laten duidelijk zien wat een man of een vrouw is. Het langdurig hebben van verkeerde verlangens is geen reden om eraan toe te geven.’

Een paar conclusies
01 De ondertekenaars beloofden een ‘zorgvuldige omgang’ met mensen die indringende vragen hebben met hun seksuele gerichtheid en geslacht. Ze handelden echter als betweters op de kansel die geen tegenspraak dulden. Zij hebben zielen gekwetst en breder schade berokkend.

02 De werkgroep Nashvilleverklaring belegt een studiedag die niet meer exclusief over homoseksualiteit gaat, maar over ‘bijbels denken over huwelijk en seksualiteit’. Daarmee lopen de ondertekenaars weg van het onderwerp.

03 Sprekers zijn alleen gerekruteerd uit de ‘breedte van de achterban van de ondertekenaars’. Daarmee leggen de initiatiefnemers zich beperkingen op die niet passen bij een studiedag en wordt het preken voor eigen parochie.

04 De extreme preoccupatie met homoseksualiteit, over welk ‘onderwerp’ het hen eigenlijk gaat, vraagt om zelfreflectie.

Naast de bijbelgedeelten die de opstellers van de Nashvilleverklaring voor zichzelf hebben uitgezocht*), heb ik er ook een paar.

05 Ik zou de dag met Mattheus 7 beginnen: 1 Oordeel  niet, opdat u niet geoordeeld wordt; 2  want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden. Dan 3: Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? En tenslotte 12: Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen.

06 Daarna zou ik ook over Job 4:17 en 18 willen praten: ‘Kan een mens zich gedragen zoals God het wil, kan iemand zonder smet zijn voor zijn schepper? Zelfs in zijn dienaren stelt God geen vertrouwen, ook bij zijn engelen bespeurt hij nog gebreken.’

07 De initiatiefnemers hebben zelf al Mattheus 5:28 opgevoerd, waarin ter overweging staat: ‘Ik zeg u, dat wie een vrouw aanziet, om die te begeren, die heeft al overspel in zijn hart met haar gedaan.’

08 Waarom trouwens niet discussiëren over dat het de Heere een gruwel is wanneer iemand hertrouwt na een echtscheiding? Vergelijk 1 Korinthe 7:10 waar geschreven staat: Maar de gehuwden beveel ik – niet ik, maar de Heere dat een vrouw niet zal scheiden van haar man en als zij toch gaat scheiden, moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen – en dat een man zijn vrouw niet zal verlaten.

09 En vers 39 tegen de achtergrond van de dagelijkse realiteit met daarbij spanning over het volgende: Een vrouw is door de wet gebonden, zolang haar man leeft. Als haar man echter ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Heere.

10 Tenslotte voor de helft van de wereld een gevoelige uit 1 Korinthe 14: 34: Laten uw vrouwen in de gemeenten zwijgen. Het is hun immers niet toegestaan te spreken, maar bevolen onderdanig te zijn, zoals ook de wet zegt.

Tot besluit
Gegeven de opzet van de studiedag heb ik niet de illusie dat de behoudende kijk zal veranderen.

Dat is overigens nog geen reden om de studiedag donderdag te verstieren of te verstoren.

Klaas Salverda

*) Gen. 1:26-28; 2:15-25; 3:1-24; Ex. 20:14; 20:17; Lev. 18:22; 20:13; Deut. 5:18, 21; 22:5; Richt. 19:22; 2 Sam. 11:1-12:15; Job 31:1; Ps. 51:1-19; Spr. 5:1-23; 6:20-35; 7:1-27; Jes. 59:1; Mal. 2:14; Matt. 5:27–30; 19:4-6, 8-9, 12; Hand. 15:20, 29; Rom. 1:26–27; 1:32; 1 Kor. 6:9–11, 18-20; 7:1-7; 2 Kor. 5:17; Gal. 5:24; Ef. 4:15, 20–24; 5:31–32; Kol. 3:5; 1 Thess. 4:3-8; 1 Tim. 1:9–10, 15; 2 Tim. 2:22; Titus 2:11-12; Heb. 13:4; Jak. 1:14–15; 1 Pet. 2:11; Judas 7.

Historiserend voorbeeld uit krantenbijbel Testament van de Pers, pag. 269:

SGP en homofilie in de jaren zeventig
De SGP is vooral een partij die zich wel móét profileren op het terrein van de zedelijkheid. Vandaar ook het streng afwijzende standpunt inzake de manier waarop in Nederland over homofilie wordt gedacht. Ds. Hette G. Abma: “Onder de dekmantel van de veronderstelling dat het een gegeven is, waarvoor nooit genezing te vinden is, wordt het verschijnsel als normaal geaccepteerd. Maar daardoor wordt er min of meer propaganda voor gemaakt. Het wordt zelfs modieus. Het werkt als een olievlek. Velen worden meegezogen. Dat vind ik onjuist. Wij keuren het af (…).”
Arie de Boo, SGP tegen verloedering van de maatschappij, in: Accent 12 maart 1977.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Archieven