Historicus en columnist Bart Jan Spruyt bij een jaar geleden dat Hamas vanuit Gaza Israël binnenviel, honderden willekeurige Joden doodde of als gijzelaar naar Gaza meenam.
Deze pogrom was bedoeld om aandacht te vragen voor de Palestijnse zaak, en dat is gelukt: al snel ging de sympathie niet uit naar de Joden die zoveel slachtoffers hadden te betreuren, maar naar de bevolking van Gaza die te maken kreeg met Israëlische bombardementen en invallen. (…)
Ten diepste en uiteindelijk staat het bestaansrecht op het spel van een volk dat bijna was uitgemoord, dat daaruit onder andere heeft geleerd dat je nooit op de vermeende welwillendheid van anderen kunt vertrouwen, en dat je je lot in eigen hand moet nemen. In je eigen land, met veiligheidsdiensten en een leger die dag en nacht, alle minuten van de dag, alle dagen in de week en alle weken in het jaar paraat staan – omdat je wordt omringd door volken met een oneindig territorium die jou je kleine plekje op aarde niet gunnen en het ten diepste betreuren dat de heer Adolf H. zijn klus niet heeft weten te klaren. (…)
Nie wieder
Dat is misschien wel een van de schokkendste lessen die we in het afgelopen jaar hebben geleerd. We hebben altijd geleefd, dachten we althans, bij het ‘Nie wieder’ als grote les van de Tweede Wereldoorlog. Maar we wisten niet hoe zeer het antisemitisme nog virulent aanwezig was, verborgen veelal, totdat het dit jaar naar buiten barstte toen moslims en radicaal-links in hun Arafatsjalen de straten en pleinen bezoedelden met hun kreten van haat en agressie. De rot zit diep, al dan niet geïmporteerd. Politieagenten mogen zich zo laten inroosteren dat ze geen Joodse doelen meer hoeven te beschermen.