Da’s toch ook sterk. Alweer een voorbeeld van 50 jaar geleden. Het feministische maandblad Opzij, dat ooit fungeerde als hoofdkantoor van het feminisme in Nederland, bestond vorig jaar 50 jaar.
Journalist Renate van der Zee, een kwarteeuw medewerker van het blad, bezag wat er veranderd is en schreef daarover in de Volkskrant van 23 mei vorig jaar.
In die halve eeuw heeft het feminisme zijn imago van okselhaar, paarse tuinbroeken en openbare behaverbrandingen grotendeels verloren. Feminist is een modewoord geworden dat jonge vrouwen gretig in hun Instagram-bio zetten, maar soms dringt de vraag zich op wat ze daadwerkelijk doen voor de vrouwenzaak. Van een brede maatschappelijke beweging die zich puur inzet voor vrouwenrechten lijkt geen sprake meer.
Dat was heel anders in 1972, het jaar dat Opzij ontstond aan de keukentafel van een van de aartsmoeders van de Nederlandse tweede feministische golf, Hedy d’Ancona. In die tijd stonden vrouwen letterlijk op de barricaden om hun recht op onderwijs, werk en zelfbeschikking over hun lichaam te bevechten. Er vonden voortdurend feministische demonstraties en ludieke acties plaats.
Veel stukken in Opzij waren nogal lang en gingen wel erg diep in op manieren om de vrouw te bevrijden. Economische onafhankelijkheid stond centraal. Maar er was ook aandacht voor het vrouwelijk lichaam en seksuele bevrijding. Zo maakte Anja Meulenbelt een reportage over een Zweedse vrouwenconferentie waar de deelneemsters elkaars vagina’s bekeken.
‘Ruikt lekker’
‘In die tijd kenden vrouwen hun eigen lichaam helemaal niet en het raakte in de mode om je eigen kut en die van anderen te bekijken’, vertelt D’Ancona bij het 50-jarige jubileum van haar lijfblad: ‘De kop boven Anja’s stuk luidde ‘Kut ruikt lekker’ en die zetten we met grote letters op de cover.’
Niemand had toen kunnen bedenken dat Opzij heel veel jaren later een verhaal zou meenemen over vrouwen die mooie cupcakes bakten. Daar hadden de oude abonnees geen boodschap aan, maar het trok ook geen jonge vrouwen aan.
‘Kutcakes had wel gekund, maar cupcakes!’, lacht Hedy d’Ancona, die nog steeds in het bestuur van Opzij zit. ‘Er was geen verontwaardiging meer. En je moet toch wel een beetje verontwaardigd zijn om een feministisch blad te maken.’ Intussen is de toon nu weer ‘kloek en eerlijk, helemaal niet tuttig’, zegt Hedy d’Ancona. ‘Het blad oogt fris en haakt goed in op actuele feministische thema’s.’
Intimidatie
Zij denkt dat Opzij zeker nog steeds een rol vervult. ‘We hebben veel bereikt, maar veel ook niet. Tegenwoordig is er bijvoorbeeld veel aandacht voor seksuele intimidatie, maar niet voor een prettige beleving van vrouwelijke seksualiteit. Daar waren wij tijdens de Tweede Golf wél mee bezig, maar dat is op de achtergrond geraakt. Ik stond laatst voor een groep studentes. Toen ik vroeg: wie van jullie komt lekker klaar?, zei nog geen derde: ik!’
De feminist (‘tot in de kist’, grapt ze zelf graag) van het eerste uur vierde afgelopen maand zelf ook een jubileum: 12 mei was het 50 jaar geleden dat ze NRC toevertrouwde dol te zijn op ‘vaak vrijen met kinderen’, welk feit ook de aandacht van Testament van de Pers trok. Hedy heeft op het vlak van onderwerping van kinderen 50 jaar opzij gekeken.
Wordt vervolgd