De ooit Amsterdamse verzetskrant Het Parool schrijft vandaag dat er grote zorgen bestaan over het gebrek aan kennis van Nederlanders over de Holocaust.
Vooral de antwoorden van millennials (geboren tussen 1980 en 1995) en de zogenoemde generatie Z (geboren tussen 1995 en 2010) lieten een groot gebrek aan kennis zien. Zo noemde 23 procent de Holocaust een mythe of denkt dat het aantal vermoorde Joden overdreven wordt – een vorm van Holocaustontkenning.
Het Cidi is niet verrast door de uitkomsten. “Het is tekenend voor de staat van het geschiedenisonderwijs in ons land. Geschiedenis zou een verplicht vak moeten worden, met daarbij ook oog voor de Holocaust. Sommige docenten geschiedenis durven al jaren de Holocaust niet te behandelen in de les uit angst voor controverses in de klas. Nu zie je de gevolgen ervan,” aldus voorlichter Aline Pennewaard.
De Amsterdamse Holocaustoverlevende Max Arpels Lezer (1936) heeft zelf geprobeerd op scholen zijn persoonlijke verhaal te vertellen: ‘Ik zag kinderen in groep 7 en 8 wegzakken in hun stoel en hun capuchon over hun hoofd trekken.’ Hij is ermee gestopt, vertelt hij diep teleurgesteld aan Het Parool waaruit we hierboven citeerden.
Na de oorlog keerde slechts een kleine groep Joden terug.
In Testament van de Pers beschrijft Peter van Deutekom hoe de terugkeer van joden verliep. In ‘De mythe van de opvang’, dagblad Trouw van 28 december 1985.
Na de bevrijding
De vader van Miriam Ohringer, gedurende de oorlog ondergedoken op diverse plaatsen in Nederland, ging terug naar hun oude woning in de Amsterdamse Blasiusstraat. Hij zag daar nog wat van het eigen meubilair, in gebruik door anderen. Toen vader zei dat dit zijn eigendommen waren, kreeg hij te horen: daar moet u dan wel voor betalen, anders zijn wij ernstig gedupeerd.
“Erger was het met de mensen die uit de kampen terugkwamen”, zegt ze. “Ik heb het gezien, een paar weken na de bevrijding, bij de Martelaarsgracht, bij de bank op het Rembrandtplein. Daar stopt dan een gammele bus, en die spuwt wezens uit. Levende wezens, schaduwen, haveloos, met soms niets aan de voeten, uitgemergelde mensen. Ze stapten uit, ze stonden daar, en ze moesten het verder zelf maar uitzoeken. Er was geen enkele opvang.”